Dit is een specifiek type Oriëntaals, plat geweven kleed zonder pool (het is een voorloper van de pool-tapijten) en het is voornamelijk door nomaden in Perzië, Afghanistan, Turkije en in verschillende regio's van de Kaukasus vervaardigd. Dit kleed is behoorlijk smal met een simpel weefsel en geen pool en de hebben geometrische patronen en rijke kleuren. Om ze te kunnen weven werden natuurlijke materialen zoals wol gebruikt en soms zijde voor een delicaat en lichtgewicht kleed. Het kleuren van de wol is gedaan met planten en mineralen die natuurlijke, mooie kleuren geven. De lange geschiedenis van Kelim kleden gaat eeuwen terug tot aan de nomaden van Centraal Azië. Oorspronkelijk werden de tapijten voornamelijk huishoudelijk gebruikt en pas veel later werden de tapijten commerciële producten, gevolgd door de opleving van de oriëntaalse tapijten in de 16de en 17de eeuw. Ze zijn op veel manieren te gebruiken, als vloerkleed, wandkleed of als meubelkleed. De naam Kelim komt van het Perzische woord Gelim. De meest bekende Perzische tapijten zijn de Sumakh, Senneh, Fars en Qashqai. Veel Kelims zijn ook geweven in het grensgebied tussen Perzië en Afghanistan door de Balouch nomaden die gebruik maken van donkere aardkleuren.